mls's blog

vrijdag 12 september 2008

Dingen, of het weer willen lezen

Sommige dingen wens je vaker gelezen te hebben dan alleen die ene keer. Dan heb ik het niet uitsluitend over de dingen der natuur: een zonnestand, een haaietand, een onbemande paarlemoer gevonden op het strand. Of de nerven van een blad, de libelle die daar zat, de pad die onder het deksel van de vijver zwom dat amper golven had. Maar jawel, ook boeken.

Zo daar het boek van D.Hooijer. Sommige boeken blijven in zekere mate onuitgesproken. Je kunt ze keer op keer in handen nemen, worstelen, je kunt ze proberen te ontsluiten, maar werkelijk open trek je ze uiteindelijk toch niet. Zo daar dus dat boek van D.Hooijer, Sleur is een roofdier. Bekroond met de Libris Literatuur Prijs, ligt het nu voor de tweede keer in mijn handen.

Hoe zoiets werkt is fascinerend. D.Hooijer schreef een boek waarmee je je best mee uiteen mag zetten. Een boek dat mij, net als Enno de Wit in zijn recensie op http://www.8weekly.nl/ stelt, niet iets lijkt voor iemand die pas net zijn leesmachientje pruttelend en op gang heeft gekregen. Personages lijken zich niet werkelijk te ontwikkelen, noch lijken ze wezenlijk veel van elkaar te verschillen. De personages zijn meer gevoelens of houdingen in stasis. Daardoor, maar ook door de interpunctieloze zinnen, ben ik genijgd de verhalen te benaderen als gedichten. Gedichten die welliswaar weinig bloemrijk zijn, maar bepaald niet zonder werkende beelden. In het verhaal 'Tweemaal tut-af' bijvoorbeeld, gaan de zusters en hun patiënten van een ziekenhuis als het even kan op een ijzeren trap staan die langs hun gebouw omhoog loopt; onderaan dat pand grenst een klooster. Vanaf de trap ziet men de nonnen in de omgrensde kloostertuin mediteren, veraf en in die zin onbereikbaar. De nonnen op hun beurt kunnen de trap zien die (althans in mijn beleving) langs de buitenwand van het ziekenhuis tot aan de hemel klimt: erop de patienten en het fladderende wit van de zusters.

Als hier geen bijbelse verwijzingen inzitten, dan weet ik het niet. Maar als je meent dat het hiermee gezegd is, denk ik dat je de beelden te vluchtig leest. De verhalen van D.Hooijer blijven open. Dat geldt niet alleen voor momenten en gebeurtenissen in de verhalen, maar ook ter afsluiting van die verhalen. Ik kan maar weinig eenduidige dingen verzinnen en al zouden ze erin staan, dan nog denk ik dat ik die niet gauw als eenduidig zou herkennen.

Omdat de verhalen nog me te rafelig overkomen, frustreren (begint net als fascineren met een f), de beelden nog vormen in mijn hoofd, heb ik steeds de behoefte de bundel opnieuw open te slaan en de verhalen nog een keer lezen. Als het licht wordt bijvoorbeeld, in de trein bijvoorbeeld: open die kaft. Ook als ik kan zitten in de bus. Dan bij het eten 's avonds en daarna tot aan de Open leesclub bij Boekhandel Kniphorst te Wageningen waar ze langskomt. Dan daarna in de bus. Als ik mijn ogen open kan houden in de trein. Wij zijn benieuwd en houden gaarne alles open.

Labels: , , , ,

maandag 1 september 2008

wat door mijn raam, of de adem van athene

voor ik ga slapen wens ik mijzelf altijd het beetje wit van de stilte dat nodig is om het hoofd tot sluimeren te krijgen. Eenmaal daar mag het wegzakken nog belemmerd worden door een incidenteel hard geluid, maar de meeste achtergrondstonen, gebabbel op straat, een fietser die voorbij rammelt, een deur die opent, een raam dat sluit, mogen wat mij betreft weer rustig aanwakkeren. De jonge god hypnos maant mij daar uit alles wat mij lief is in alles wat mij opneemt, mild is, en legt mij later in morpheus' armen, zijn zoon. Daar rondom ruist de lethe, en aan de oever rusten de zonen van nix. Eens slaap je naast hem, ook wel somnus genoemd, je diepste slaap ten leste

maar aan de overkant speelt de adem van athene. Het raam is enkel glas en minder stil dan buiten, een deur slaat dicht, een auto doet de muren trillen, nike roept iemand. Ooit is iets geopend dat beter was gesloten

Labels: , , , , , , , , , ,