Leidsche Rijn, of een Waterfestival
Leidsche Rijn, rechte lijnen langs de liniaal van de landschapsarchitect, de stadstekenaar, de rekenaar achter zijn lessenaar, de huizen zo, in blokken zo, de alsof het grachtenpanden alsof het het steen en cardboard uit Lunetten alsof het de Almere-flats met hun decoratief beton of beton als vormelement of esthetiserend materiaal, dat allemaal dat allemaal dat allemaal allemaal allemaal
de populieren langs een afwateringskanaal, het hart waarvan het groen in antraciet in zijde grijs en in gebakken rood verschiet verschiet verschiet
wat de portomonnee zoal geniet
het ruimtelijk gevoel om in een maquette te lopen, poppetjes van karton, ik de tweede van rechts met zijn jasje (ik ben de kleine burgerfat) de bomen zijn van plastic hier, de monoplexische huizen, de binnenhaven verlaten, wolken jagen overlangs, alles nog heel hollands hier en maar een beetje doods en zeker vrij verlaten, een slaapkade in een slaapstad, met een open trapbootje een fluisterbootje aan en over het spiegelgladde water
en hier ben ik. Een waterfestival in Leidsche Rijn, we schrijven 14 juni 2009, de regen zet niet door, de zon breekt door de wolken. Zeven minuten rond op een papieren bootje. Steeds publiek, steeds tot in hun vezels stille mensen, vijf of zes gedichten. Heerlijk was het. Het was heerlijk. Georganiseerd door Cultuur 19 en via verschillende andere(n) (waaronder het Poëziecircus), droeg ik met verschillende andere dichters afwisselend voor in een bootje
opmerkelijk dat Arnon Grunberg, een man van 200-grams papier, nog in het bootje zat. Vreemd wat de bekendheid van een ander met je doet als je hem eens en face meemaakt. Een fijngebouwde, timide overkomende man, aardig en ver achter zijn brilleglazen verscholen de onpeilbare gedachten die op papier, om uiteenlopende redenen, een niet te missen effect hebben de lezers ervan
we hebben de handgeschud op een welhaast ontspannen te noemen wijze, namen genoemd, bedankt en gedaggezegd. De wind pakte hem op als een blad, het bootje dreef van de kade af, ik stond, gelukkig alsof het gedrukt stond als genageld aan de bodem van het kleine kuipje
Labels: Arnon Grunberg, Festival te Water, Leidsche Rijn, Poëziecircus